In de archieven is vrijwel niets terug te vinden over de Keenesluis. In ieder geval geen bouwtekeningen en foto’s waar ook het scheprad op staat.
Dankzij Cees Mol van de heemkundekring De Steenen Kamer uit Steenbergen kregen wij een krantenbericht van 25 augustus 1892 in handen waarop vermeld stond dat het stoomgemaal en het scheprad bij de Keenesluis op 23 augustus 1892 in gebruik zijn genomen en dat de machines, de ketel en het scheprad vervaardigd zijn door de firma Sepp en Co uit Enschede.
Deze firma heeft tot 1931 bestaan maar de archieven zijn in 1942 bij een brand tijdens het oorlogsgeweld verloren gegaan.
U kunt hier wat meer over Sepp & Co lezen. Overigens is Dik Nas (auteur van het boek ‘IJzer, de geschiedenis van een machtig materiaal’) van mening dat Willem Stroink al in 1870 met een stoomsmederij en reparatiewerkplaats begon en de samenwerking met Meerburg en Sepp daarna volgde.
Na wat speurwerk op internet bleek dat de machinerie en het scheprad voor het Putter stoomgemaal ook door de firma Sepp en Co geleverd zijn.
Op 21 oktober 1897 verscheen er een berichtje in De Grondwet waarin melding werd gemaakt van het feit dat de heer H.J. Bestelink aangesteld was tot smid-machinst van het stoomgemaal De Mooie Keene.
Enkele dagen later werd de benoeming op verzoek van de heer Bestelink al weer ingetrokken, omdat hij elders een baan had gevonden. Zijn opvolger werd de heer Schild.